‘Wil jij ‘m uitzetten als het piepje gaat?’ Zo stap ik rustig onder de douche in de wetenschap dat vriendlief de appelplaat uit de oven haalt. Met shampoo in mijn haar hoor ik het piepje gaan. Een kwartier later stap ik de badkamer uit en meteen door naar de keuken om het kunstwerk te bekijken… Blijkt dat-ie nog in de oven staat. Aangebrand.
‘Jij zou hem er toch uithalen?’ vraag ik licht woedend. ‘Oh, sorry, ik dacht dat ik alleen het piepje uit moest zetten.’
Miscommunicatie. Spraakverwarring. Hoe dan ook: ik heb de appelplaat af laten koelen, de verbrande stukjes (zwarte, ontplofte rozijnen) eraf gehaald en de donkere randen eraf gesneden.
Appelplaat gered. En lekker dat-ie was.
Het recept is van collega Susan.
Ingrediënten:
- 500 gram zelfrijzend bakmeel
- 400 gram donkere basterdsuiker
- half pak havermout
- 4 ons gesmolten boter (ja, dat is een hoop)
- 5 appels in stukjes of schijfjes
- veel kaneel
- beetje gember poeder
- rozijntjes
Oven voorverwarmen op 160 graden.
Bakmeel, basterdsuiker en havermout droog vermengen in een grote kom. Dan de gesmolten boter er doorheen mengen tot er grote kruimels ontstaan.
Bakplaat bedekken met tweederde van het deeg. Appel met kruiden vermengen. Appels verspreid je over het deeg en je gooit er wat rozijntjes op.
Daarover verdeel je de rest van het deeg, beetje aandrukken. Dan kan je kunstwerk een uur de oven in. Het eruit halen niet aan iemand anders overlaten…
P.s.
De appelplaat komt zacht uit de oven, maar wordt na afkoelen krokant. Dan snijd je de plaat in vierkante stukjes.
Extra tip: check altijd even of je vriendje wakker is voor je hem gecompliceerde opdrachten geeft.