Een heerlijk gerechtje. Je eet het namelijk met je handen. En de bouillon die je overhoudt, daar kun je later risotto mee maken.
De Oosters gemarineerde kip in slablaadjes was onderdeel van een kookavondje met allemaal gerechtjes en happen:
Aperitief: ginger infused wodka Bloody Mary’s.
Even frituren: Sanne’s vegetarische loempia’s.
Met je handen: bakpao met sweet chili garnalen en coriander citroen pesto.
Smaakpapillen neutraliseren: limoncello en prosecco spoom.
Altijd een succes: Oosters gemarineerde steak met plakrijst.
Toetje: limoen en rode peper creme brûlée.
Ingredienten
- 4 kippenbouten (scharrel)
- 2 tenen knoflook (uitgeperst)
- 2 laurierblaadjes
- romaine slablaadjes (mini)
- eetlepel sake
- theelepel sambal
- eetlepel sojasaus
- eetlepel mirin
- eetlepel sesamolie
- eetlepel bruine suiker
En zo maak je ze
- Breng 1,5 liter water aan de kook. Kook daarin de kippenbouten op laag vuur zo’n 2 uur met de laurierblaadjes, knoflook en flink veel zout.
- Haal de bouten eruit, laat afkoelen en trek vervolgens al het vlees er vanaf en gooi dat in een schaal.
- Gooi de bouillon niet weg. Laat ‘m afkoelen, even zeven en dan invriezen. Lekker om risotto mee te maken.
- Meng dan de kip met sake, sojasaus, sambal, mirin, sesamolie en bruine suiker.
- Bak de kip op in de wok. Hoog vuur. Hij moet lekker droogbakken.
- Leg de slablaadjes gezellig neer en serveer in elk blaadje een eetlepel (of meer) kip.
- Dichtklappen en eten met je handen.