Superhandig als je een klein elftal te eten moet geven: je maakt gewoon een paar schalen lasagne. Eentje met vlees en eentje vegetarisch met spinazie, ricotta en blauwe kaas.
Op de dag zelf hoef je de boel alleen nog maar in de oven te schuiven om op te warmen.
Salade met spinazie en pancetta erbij: klaar.
Voor 6-8 personen.
Nodig: een ovenschaal van 20 x 30 centimeter.
Ingredienten
- 500 gram lasagnebladen
- grote fles passata (690 gram)
- 2 potjes groene pesto
- 250 gram ricotta
- 250 gram gorgonzola
- 600 gram spinazie
Voor de bechamelsaus:
- 25 gram boter
- 30 gram bloem
- 300 ml melk
- nootmuskaat
- zout en peper
En zo maak je de lasagne
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Was de spinazie, laat uitlekken in een vergiet en laat dan op een laag vuurtje slinken in een grote pan. Gooi de geslonken spinazie terug in het vergiet en druk al het vocht er zo goed mogelijk uit. Vermeng de spinazie dan met de ricotta en even goed peperen en zouten.
- Schenk wat passata in je ovenschaal, verdeel het netjes over de bodem en bedek je bodem dan met een enkele laag lasagnebladen.
- Dan mag er een laagje pesto op de lasagnebladen, dan een laag van het spinazie/ricotta-mengsel en daarover brokkel je wat gorgonzola en daarover gaat weer een laag passata.
- Dan weer de bladen en je herhaalt dit proces zo’n drie keer of tot alle ingrediënten op zijn. Sluit af met een hekje. Oh nee… sluit af bechamelsaus.
- Die maak je zo: laat boter in een sauspan smelten. De bloem mag erbij en goed roeren tot je een roux krijgt. Daarbij gooi je beetje bij beetje de melk totdat je een mooie, dikke, witte saus hebt. Die maak je aan met zout, peper en wat nootmuskaat.
- Verdeel de bechamelsaus over je lasagne.
- De schaal mag hup, zo’n 30 minuten de oven in. Ga af en toe kijken. Hij is goed als hij lekker bubbelt en als de laag bechamelsaus goudbruin kleurt.