Mosselen zoals ze bedoeld zijn: in witte wijn, met room en knoflook

Vroeger moest ik niets van mosselen weten. En het heeft me dertig jaar gekost voordat ik mijn eerste mossel at, maar nu krijg ik er geen genoeg van.

Ik ben dan ook supertrots op James, die is drie en dol op mosselen. 

Aan mosselen kan je weinig verpesten, zolang je er maar voor zorgt dat ze supervers zijn. Ik vind ze zo het lekkerst: met een romige looksaus. En als de mosselen op zijn: de ‘soep’ dopen met kraakvers wit stokbrood.

Voor 4 personen

Ingrediënten

  • 2 kg mosselen

  • 300 ml witte wijn

  • 500 ml slagroom

  • 6 tenen knoflook

  • 1 ui gesnipperd

  • 3 stengels bleekselderij (fijngesneden)

  • bosje platte peterselie (grof gehakt)

  • 30 gram boter

  • zout en peper

  • Extra
  • Vers stokbrood

En zo maak je ‘m

  • Doe de mosselen in een vergiet en spoel ze goed onder stromend water. 
  • Check de mosselen een voor een: ze mogen niet kapot zijn. Kapotte schelpen gooi je direct weg. En ze moeten dicht zijn. Staan ze open? Geef er een tik op. Als ze dichtgaan mogen ze mee in de selectie. Blijven ze open – al is het maar een kiertje – dan moet je ze weggooien. Verwijder ook de baarden en schrob ze, mochten ze nog vies zijn.
  • Verhit de boter in een grote mossel- of soeppan op een medium vuurtje. Fruit de ui, knoflook en selderij een minuut of vijf.
  • De wijn mag erbij en dan de boel even aan de kook brengen. Dan de room erbij. En even laten inkoken. Breng op smaak met zout en peper.
  • Dan mogen de mosselen in de pan. Deksel erop. En even aan de kook brengen. Kook de mosselen totdat ze allemaal open staan. Af en toe de pan even omschudden. Als laatste mag de peterselie erover. Nog een keer omschudden en je mosselen zijn klaar. 
  • Serveer je mosselen met een frisse salade en vers stokbrood dat je in de ‘soep’ doopt. 
  • En als je ‘soep’ over hebt: dat is een heerlijke lunch voor de volgende dag.  

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*